Voorbeeld convenantverklaring

Aardgasvrij te maken wijk Palenstein in de gemeente Zoetermeer

CONVENANT GROOTSCHALIGE PROEFTUIN MET EEN AARDGASVRIJE WIJK

Partijen,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrjksrelaties, mevrouw drs. K.H. Ollongren, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;
en
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer, handelend als bestuursorgaan, namens deze: dhr. R.C. Paalvast, wethouder, hierna te noemen: de Gemeente;

hierna samen te noemen: Partijen;

Overwegende dat:
a. in het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 is afgesproken dat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot twee graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk en dat het streven is om de opwarming beperkt te houden tot anderhalve graad;

b. het kabinet de bijdrage aan het Klimaatakkoord van Parijs invult door het nationale Klimaatakkoord 2018 en dat het centrale doel van dit Klimaatakkoord is
om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland terug te dringen met ten minste 49 procent ten opzichte van 1990 en dat de Europese inzet van het kabinet daarnaast kan leiden tot een aangescherpte ambitie richting de 55 procent; 

c. de gaswinning uit het Groningenveld door het kabinet wordt teruggebracht naar nul;

d. het energieverbruik in de gebouwde omgeving ruim 30% van het totale energieverbruik in Nederland beslaat;

e. in het regeerakkoord is afgesproken dat voor het eind van de kabinetsperiode 30.000 tot 50.000 bestaande woningen per jaar aardgasvrj (of klaar voor het
afkoppelen van het aardgas) worden gemaakt en dat hiermee een eerste stap wordt gezet op weg naar een verduurzaming van 200.000 huizen per jaar, een
tempo dat nodig is;

f. in het Interbestuurljk Programma inzet is dat alle gemeenten uiterlijk 2021 een planning vaststellen in de gemeenteraad voor de transitie van de gebouwde
omgeving (woningen, maatschappelijk en commercieel vastgoed) naar aardgasvrij;

Aardgasvrij te maken wijk Palenstein in de gemeente Zoetermeer gericht op een C02 arme gebouwde omgeving in 2050 en dat voor alle buurten die voor 2030 van het aardgas afgaan in 2021 bekend is wat het alternatief is voor aardgas;

g. een gestructureerde aanpak een wijkgerichte aanpak betekent en in het kader van het Interbestuurljk Programma en het proces om te komen tot een
Klimaatakkoord de wijkgerichte aanpak met proeftuinen daarom wordt verankerd in een meerjarig Programma Aardgasvrije Wijken waarin ook een kennis- en
leerprogramma is opgenomen;

h. het kabinet uit de Klimaatenvelop 120 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor gemeenten die in 2018 al kunnen starten met een grootschalige proeftuin voor het aardgasvrj maken van een bestaande wijk;

i. het doel van deze grootschalige proeftuinen is om ervaring op te doen over de wijze waarop en de condities waaronder bestaande wijken op een haalbare en betaalbare wijze aardgasvrij kunnen worden gemaakt en op welke wijze opschaling en kostenreductie kan plaatsvinden;

j. deze proeftuinen benut worden om kennis te ontwikkelen en te delen, om innovaties te stimuleren, om aanbevelingen te doen over de wijze van
betrokkenheid van bewoners en gebouweigenaren en om de koppeling te leggen met andere maatschappelijke opgaven zoals verbetering van de leefomgeving, klimaatadaptatie en circulaire economie (zie de brief van de Minister van 3 april 2018 met kenmerk 2018-00001 66637 aan alle Nederlandse gemeenten over doel, aanpak en selectieproces van deze grootschalige proeftuinen);

Spreken het volgende af:

Artikel 1   Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:

1. Programma Aardgasvrje Wijken: het interbestuurhjke Programma Aardgasvrje Wijken in oprichting; onderdeel hiervan zijn de Proeftuinen en het Kennis- en
Leerprogramma;

2. Decentralisatie-uitkering: de decentralisatie-uitkering op grond van de Financiële verhoudingswet waarover de Gemeente bij brief van 2 november 2018 met kenmerk 2018-0000853963 door de Minister is geïnformeerd.

3. Kennis- en Leerprogramma: het kennis- en leerprogramma zoals nader omschreven in artikel 4, tweede lid, van dit convenant.

4. Proeftuin: het aardgasvrj maken van de Wijk conform het Uitvoeringsplan.

5. Uitvoeringsplan: het door de Gemeente goedgekeurde uitvoeringsplan dat is gevoegd bij de aanvraag van de Decentralisatie-uitkering door de Gemeente en dat betrekking heeft op de Proeftuin.

6. Wijk: wijk of buurt Palenstein in de Gemeente, zoals afgebakend in het Uitvoerirngs plan.

Artikel 2     Doel

De doelen van de Proeftuin zijn:

a. het aardgasvrj maken van de Wijk;

b. de opbouw van kennis en ervaring met betrekking tot het aardgasvrj maken van de Wijk;

c. het leveren van een bijdrage aan het Kennis- en Leerprogramma;

d. het verwerven van inzicht in de condities die nodig zijn om de gekozen aanpak te consolideren, op te schalen en elders toe te passen.

Artikel 3    Inzet en acties van de Gemeente

1. De Gemeente spant zich vanuit haar rol als regisseur in om de Wijk conform de aanpak in het Uitvoeringsplan en binnen de daarin genoemde termijn aardgasvrij te maken.

2. De Gemeente speelt een actieve rol in het Kennis- en Leerprogramma en zorgt proactief voor overdracht van de kennis die wordt opgedaan in de Proeftuin. De Gemeente deelt actief kennis en ervaring tijdens netwerkbijeenkomsten in het kader van het Kennis- en Leerprogramma. Ook deelt zij proactief kennis en
ervaring via de communicatiekanalen die het Programma Aardgasvrje Wijken en het Kennis— en Leerprogramma aan de Gemeente met dit doel beschikbaar
stellen.

3. De Gemeente verleent medewerking aan de monitoring van de Proeftuin. Met het oog daarop rapporteert de Gemeente eenmaal per jaar op nader door de Minister aan te geven datum en wijze aan de Minister over de voortgang van de Proeftuin.
In de rapportage is in ieder geval het aantal aardgasvrj gemaakte gebouwen opgenomen.

4. De Minister kan de Gemeente verzoeken te participeren in onderzoeken die betrekking hebben op het aardgasvrj maken van wijken. Indien dit naar het
oordeel van de Gemeente eb de Minister aangewezen is, zullen hierover onderling vooraf afspraken worden gemaakt.

5. De Gemeente verleent medewerking aan de evaluatie van de Proeftuin. Over de wijze van evaluatie worden tussen de Minister en de Gemeente nadere afspraken gemaakt.

6. De Gemeente wijst een contactpersoon aan voor het Programma Aardgasvrije Wijken en in het bijzonder het Kennis- en Leerprogramma.

Artikel 4    Inzet en acties van de Minister

1. De Minister richt in samenwerking met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Programma Aardgasvrije Wijken in en stelt ten behoeve hiervan een programmaplan op. Dit programmaplan wordt mede in het kader van het Interbestuurljk Programma en het Klimaatakkoord uitgewerkt.

2. De Minister financiert het Kennis- en Leerprogramma. Het Kennis- en Leerprogramma is onderdeel van het Programma Aardgasvrje Wijken en staat
onder trekkerschap van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het Kennis- en Leerprogramma heeft als doel het opdoen en verspreiden van kennis en
leerervaringen om inzicht te verkrijgen op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald.

3. De uitvoering, voortgang en realisatie van de Proeftuin wordt gedurende de looptijd van dit convenant door of in opdracht van de Minister gemonitord. De
resultaten van deze monitor kunnen aanleiding zijn om de activiteiten tussentijds bij te sturen.

4. De Minister evalueert de uitvoering en werking van de Proeftuin op nader te bepalen wijze.

5. De Minister zorgt dat bij het verwerken van gegevens geen persoonsgegevens of bedrjfsgevoelige informatie openbaar wordt gemaakt.

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 5    Financiële verantwoording

De financiële verantwoording over de besteding van de Decentralisatie-uitkering verloopt via de jaarrekening van de Gemeente.

De staatssteunregels zijn neergelegd in de artikelen 107, 108 en 109 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Bij het verlenen van steun neemt de Gemeente deze bepalingen in acht. De Gemeente is verantwoordelijk voor de naleving en een correcte toepassing van de staatssteunregels. Een algemene uitleg over staatssteun staat in de Handreiking staatssteun voor de overheid (https://europadecentraal.nl/wp) content/uploads/201 7/O1/Handreiking-Staatssteun-201 6.pdf). Voor algemene informatie kan de Gemeente terecht bij het Kenniscentrum Europa Decentraal (www.europadecentraal.nI).

Artikel 7     Gewijzigde of onvoorziene omstandigheden

1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van dit convenant.

2. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats binnen een maand nadat een Partij de wens hiertoe aan de andere Partij schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 8    Wijziging

1. Elke Partij kan de andere Partij schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen.
De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

2. Partijen treden in overleg binnen een maand nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partij schriftelijk heeft meegedeeld.

3. De wijziging en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan het convenant gehecht.

Artikel 9     Ongeldigheid

Indien een bepaling van dit convenant in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, uit dit convenant verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van het conve nant blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.

SLOTBE PALINGEN

Artikel 10 Inwerkingtreding en looptijd

1. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december van het in artikel 3, eerste lid, van dit
convenant genoemde jaartal van aardgasvrj maken van de Wijk.

2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde duur wordt dit convenant voortgezet indien en zolang de Wijk, of een gedeelte daarvan, niet conform het
Uitvoeringsplan aardgasvrj is gemaakt. Het convenant eindigt uiterlijk op 1januari 2030.

3. Partijen nemen de uitvoering van alle in dit convenant genoemde afspraken zo snel mogelijk na de ondertekening ter hand.

Artikel 11    Bijlage

De volgende bij dit convenant behorende bijlage maakt integraal onderdeel uit van dit convenant:
Bijlage: Welke staatssteunbeperkingen en mogelijkheden zijn er als de gemeente subsidie wil geven aan eigenaar-bewoners, woningcorporaties of commerciële gebouweigenaren uit de decentralisatie-uitkering van BZK aan gemeenten voor aardgasvrje wijken?
Ingeval van strjdigheid tussen het bepaalde in de bijlage en het convenant prevaleert het convenant.

Artikel 12    Toepasselijk recht

Op dit convenant is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 13    Publicatie in de Staatscourant

1. Binnen een maand na ondertekening van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de Staatscourant en wordt de integrale tekst daarvan gepubliceerd op www.lOOaardgasvrijewijken.nl. In de Staatscourant wordt tevens verwezen naar voornoemde website voor de integrale tekst.

2. Bij wijzigingen in het convenant vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,

Op …………………

te Den Haag

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrjksrelaties,
mevrouw drs. K.H, Ollongren

Op ………………….

te Zoetermeer

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer

namens deze,

………………..

dhr. R.C. Paalvast